Waar Abraham de mosterd haalt

Een onbekende wereld
Kunnen christenen iets leren van het Oude Testament? Hebben wij het Oude Testament eigenlijk wel nodig? Hebben we niet genoeg aan het Nieuwe? Ik wil in dit artikel iets vertellen over de ontdekkingen die ik deed, toen ik mij ging bezighouden met het Oude Testament.

Ik wil beginnen met een herinnering. Een herinnering van een kleine vijfenveertig jaar geleden, in de doopsgezinde gemeente van Amsterdam waar ik toen lid was. Er werd mij gevraagd om een bijbelcursus over te nemen van ds. Henk Bremer die ermee stopte. Ik heb dat gedaan en er meteen een ‘leerhuis’ van gemaakt, een groep waarin actief wordt geleerd, met speciale aandacht voor de joodse uitleg van de bijbel. Het eerste seizoen bespraken we de Tien Woorden, en aan het slot kwam uit de groep het verzoek om volgend jaar iets uit het Nieuwe Testament te behandelen. Ik heb daarop gereageerd door te zeggen dat ik best een keer een gedeelte uit het Nieuwe Testament aan de orde wilde stellen, maar nog niet meteen. Want het Nieuwe Testament is veel moeilijker om werkelijk in door te dringen dan het Oude, en daarom wilde ik eerst nog een tijdje met het Oude bezig zijn, voordat we ons aan het Nieuwe zouden wagen. Na enkele jaren Oude Testament stelde ik de groep voor om nu dan toch eens iets uit het Nieuwe Testament te doen, maar toen was de reactie tamelijk lauw. Zoals een deelneemster het uitdrukte: Er is een nieuwe wereld voor me opengegaan, een wereld die ik eigenlijk helemaal niet kende en waarin nog zoveel te ontdekken valt. Deze herinnering is naar mijn gevoel kenmerkend voor de houding van veel doopsgezinden (en niet alleen van hen) tegenover het Oude Testament. Een boek dat ons onbekend is, een wereld die ons vreemd is. Geef ons het Nieuwe Testament maar, dat is veel vertrouwder en staat veel dichter bij ons. Dit verhaal laat echter ook zien wat er gebeurt, wanneer we de moeite nemen ons een tijdje in dat vreemde boek te verdiepen.

Vooroordeel
Hoe komt het dat wij in eerste instantie vaak enigszins afwijzend tegenover het Oude Testament staan? Een belangrijk deel van die afwijzing berust op een vooroordeel. Het vooroordeel dat het Oude Testament een boek is over een God die toornig en wraakzuchtig is, een boek ook met veel geweld. Natuurlijk is dit vooroordeel, zoals de meeste vooroordelen, niet helemáál onzin. Het gaat er in sommige verhalen behoorlijk rauw aan toe, en we komen een ‘God der wrake’ tegen en een God die toornig is. Maar kent het Nieuwe Testament niet ook behoorlijk heftige gedeelten? Leest u het boek Openbaring maar eens (maar ja, dat doen we eigenlijk nooit). En is het Oude Testament dan alléén maar gewelddadig en toornig? Alles behalve. Wat denkt u van: ‘Heb de Heer je God lief met heel je hart, heel je ziel en al je vermogen’ (Deuteronomium 6:4), en: ‘Heb je naaste lief als jezelf (of: want hij is als jij)’ (Leviticus 18:19). We vinden in het Oude Testament ontroerende passages over Gods liefdevolle zorg. Een van mijn favoriete teksten staat in Hosea 11: ‘Ik leer Efraim lopen, hem vasthoudend bij zijn armpjes … Ik ben voor hen als wie een baby tegen hun wang drukken, ik buig me naar hem over, ik voed hem’ (vers 3-4, in vele vertalingen helaas niet goed vertaald). God als een moeder die haar kind liefkozend de borst geeft, die het helpt bij de eerste stapjes.

Aanstootgevend
Als ons beeld van het Oude Testament eenmaal begint te verschuiven, ontdekken we geleidelijk dat we ook met allerlei ‘aanstootgevende’ teksten meer kunnen dan we aanvankelijk dachten. Vaak komt dat doordat bepaalde Nederlandse woorden een andere gevoelswaarde hebben dan hun Hebreeuwse tegenhangers. Zo heeft het Nederlandse woord ‘wraak’ een kleur van woestheid en drift: Het schemert je rood voor de ogen, je wilt je wreken! Het Hebreeuwse woord nekama heeft echter de ondertoon van ‘hartstocht voor gerechtigheid’: Er is onrecht gebeurd, dat wil je rechtzetten. Zo gaan allerlei ‘wraakzuchtige’ teksten ineens heel anders klinken.

Een bekend voorbeeld is ook de beruchte uitdrukking ‘oog om oog, tand om tand’. In het Nederlands wordt die uitdrukking gebruikt om ongebreidelde wraakzucht aan te geven. In zijn oorspronkelijke bijbelse betekenis is de uitdrukking gericht op de-escalatie van een conflict: Niet méér dan een oog voor een oog (en, zegt de latere joodse traditie, niet letterlijk, maar in de vorm van een boete).

Belangrijk
Ook als we beseffen dat onze vooroordelen over het Oude Testament niet kloppen, dan nog blijft de vraag: Is het Oude Testament voor ons als christenen eigenlijk wel van belang? Al heel vroeg in de geschiedenis van het christendom waren er mensen en stromingen die van mening waren dat het Oude Testament voor christenen níet van belang was, dat het had afgedaan. Deze mensen en stromingen wilden het Oude Testament dan ook niet in de christelijke bijbel opnemen. De officiële kerk heeft daartegenover altijd volgehouden dat het Oude Testament voor ons wel van belang is en dat het in onze bijbel thuishoort.

Het Oude Testament is voor ons christenen belangrijk, omdat het de basis vormt waarop wij staan. Jezus en zijn leerlingen waren joden die leefden in een wereld die was gevormd door het Oude Testament. Voor de eerste christenen bestond de bijbel uit het Oude Testament (al heette het voor hen natuurlijk nog niet zo). De schrijvers van het Nieuwe Testament verwijzen voortdurend naar het Oude Testament. Kortom, zonder het Oude Testament hangen we in de lucht of wandelen we in de wolken.

De basis
Het Oude Testament vormt de basis. Het is het boek dat ons vertelt van God als schepper, die de mens in de wereld plaatst en hem de opdracht geeft Hem te helpen de schepping te voltooien. Het vertelt ons van God als openbaarder, die de mens de richtlijnen geeft die hij nodig heeft om zijn opdracht uit te voeren. En het vertelt ons van God als verlosser, die zich verplicht heeft ervoor te zorgen dat de wereld zal worden zoals hij bedoeld is, een wereld waarin de tranen van alle gezichten zullen zijn gewist (Jesaja 25:8).

Het Oude Testament is het boek dat ons vertelt van God die op weg gaat met mensen, en van mensen die op weg gaan met God: Abraham en Sara, Rebecca en Izak, Jacob en Lea en Rachel, Juda en Jozef, Mozes en Aäron en Mirjam, het volk Israël, Jozua, Debora en Gideon, Samuel, David, Ruth, Ester, Daniël en vele, vele anderen. Het Oude Testament vertelt ons van mensen die op weg gaan met God en met zijn opdracht. Het Nieuwe Testament vertelt ons van mensen die die weg voortzetten of er zich bij aansluiten. Het Oude Testament vormt de basis. Zonder het Oude Testament zouden we niet weten waar Abraham de mosterd haalt.

Dodo van Uden

Dit is het enigszins bewerkte eerste deel van een artikel dat ik in 2000 schreef voor het Doopsgezind Jaarboekje.