Waar zijn de stemmen van wijze mensen? Ik denk aan iemand als Abraham Joshua Heschel (1907-1972). Deze man die zich in de jaren zestig openlijk verzette tegen de oorlog in Vietnam. In zijn ogen was die oorlog een ultieme daad van ontmenselijking (zie: A.J. Heschel). Wat zou hij gezegd hebben in onze door geweld getekende tijd?
De vraag komt bij me op tijdens het lezen van zijn visie op de sabbat[1]. Heschel noemt de sabbat een heiligdom in de tijd. ’De zevende dag is de wapenstilstand in de barre strijd van de mens om zijn bestaan, een bestand in alle conflicten, zowel persoonlijk als maatschappelijk, vrede tussen mens en mens, mens en natuur, vrede in de mens.’[2]
Vrede
Ook op andere plaatsen in dit boek spreekt Heschel over vrede. Onder meer als hij spreekt over de mens als evenbeeld van God[3]. ‘De mens wordt opgeroepen in zijn handelen op God te lijken.’[4] God en mens zijn met elkaar verbonden in de strijd voor recht, vrede en heiligheid. De vraag die hieruit voortvloeit is hoe groot onze eerbied is voor de enkele mens. Want ieder mens is kostbaar. ‘Voor ons alledaagse begrip is één mens minder waard dan twee. De joodse traditie probeert ons te leren dat het voor degene die een enkele ziel te gronde heeft gericht, is alsof hij een hele wereld heeft vernietigd. Degene die een enkele ziel heeft gered, heeft een hele wereld behouden.’[5] Het menselijk leven is heilig. Bedenk daarbij: ‘Er is behoefte aan de mens, hij is onontbeerlijk voor God.’[6]
Oproep
Een joodse stem. Een stem die de wereld hoop wil bieden.[7] ‘Wat ons zal redden is een vernieuwd respect voor de mens, een onbedaarlijke verontwaardiging over gewelddaden, een brandend mededogen voor de zwakkeren in de samenleving, de wijsheid van het hart.’[8] Het is een oproep voor alle gelovigen, want: ‘Het is de taak van de godsdienst om afkeer van geweld en leugens te stimuleren, gevoeligheid voor het lijden van anderen, liefde tot vrede.’[9] Een religieus mens is iemand die zich het kwaad dat anderen is aangedaan werkelijk aantrekt, van wie de grootste hartstocht mededogen is, de grootste kracht liefde is en die aan de wanhoop het hoofd kan bieden. Zo klinken de laatste woorden in dit boek van Abraham Joshua Heschel.[10]
Heeft de stem van deze joodse denker nog voor iemand zeggingskracht? Deze man die zich inzette voor vrede, die uitzag naar een wereldwijde spirituele ontmoeting en samenwerking van mensen.
Als alle (on)gelovigen inzagen dat God groter is dan hun godsdienst of ideologie – dan zou de wereld er anders uitzien. Menselijker.
Het lijkt een droom.
Yko van der Goot
[1] Abraham Joshua Heschel, De sabbat & Vernieuwing vanuit traditie. Een joodse visie, Amsterdam 2006
[2] p.49v
[3] ‘Het geheiligde mensbeeld. De mens als bron van goddelijke zorg’, p.135-157
[4] p.148
[5] p.142
[6] p.147
[7] ‘God is groter dan de godsdienst. Over de oecumenische beweging’, p.217-220
[8] p.217
[9] p.218
[10] p.220