Mens leren zijn

Mens leren zijn

Van Jonathan Sacks’ meervoudige werk Verbond en dialoog. Joodse lezing van de Tora zijn inmiddels drie delen verschenen. Drie delen van een lichte speelsheid, die je door toon en taal naar binnen zuigen en meeslepen in het grootse verhaal van schepping en uittocht. Zó gemoedelijk, zo vanzelfsprekend, dat je bijna vergeet hoe fundamenteel het inzicht is van de toonaangevende Britse rabbijn en filosoof.

Het boek van het begin, Genesis, is een pareltje in de analyse van menselijke verhoudingen. Het boek van de bevrijding, Exodus, levert werkelijk nieuwe inzichten op, onder meer over verantwoordelijkheid. Maar het echte cadeautje van deze serie is wat mij betreft het commentaar op Leviticus, het boek van het heilige. Want laten we wel zijn, in zichzelf is Leviticus een erg saai stuk tekst. Maar in Sacks’ handen wordt het een inspiratie voor het leven zelf, een onverwacht inzicht in de verhouding tussen God en mens.

Tekenend voor Sacks is een vraag als: ‘Maar als God altijd onzichtbaar, verborgen en onkenbaar is, wat is dan de zin van Gods bestaan? Het zal altijd zijn alsof Hij er niet is.’ (Leviticus, p. 23) Wat is dan de zin van Gods bestaan? Het is precies dit soort zinnen, dit soort vragen waaruit Sacks’ vrijmoedigheid blijkt, maar ook zijn diepe ernst. Naast zijn absolute intellectuele meesterschap ligt de grote kracht van Sacks’ commentaar in de eenvoud, in de vanzelfsprekende nabijheid tussen God en mens. Zijn God is een levende God, Eén die de mens zo nabij is dat er een verbijsterende vrijmoedigheid tussen beide ontstaat.

En juist in die vrijmoedigheid neemt Sacks God serieus op een manier die ik bij christelijke theologen (helaas) eigenlijk nooit tegenkom. God is volkomen anders, én nabij. God is van belang. En dan niet op een abstracte manier, maar hier en nu. Lichtvoetig, want vol vreugde, gaat Sacks uit van een partnerschap tussen God en de mens, een samenwerken in en aan de schepping. Dit partnerschap is een voortdurende zoektocht, voor beiden. Ook God kan niet altijd van te voren inschatten wat de mens nodig heeft, of hoe dat samengaat met zijn eigen Goddelijkheid. God schiep een mens met vrije wil. En dat houdt Hij overeind. Koste wat kost soms. Hij zou de mens met een vingerknip kunnen veranderen maar dat doet Hij niet, want dat zou de mens degraderen tot een slaaf, tot een dier.

En zo bevat de Tora in Sacks’ commentaar een tocht van groei en ontwikkeling langs vrijheid en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheid, naar menselijke waardigheid. Van een God die zich vrijwillig beperkt, om de mens die vrije ruimte te bieden. Een God die wacht, omdat verandering tijd kost. Een God die de mens niet wil veranderen, omdat alleen de mens zelf dat kan doen. ‘De kern van het jodendom is de gedachte – zijn tijd ver vooruit en niet altijd volledig gerealiseerd – dat de vrije God in vrijheid aanbeden wil worden door vrije mensen.’ (Exodus, p. 153). Daar zou Jezus het mee eens zijn, denk ik. Lees dit. Misschien is de wijze van discussie even wennen, maar alsjeblieft, lees dit. Met deze God wil je mens leren zijn.

Wieteke van der Molen

Jonathan Sacks, (vertaling Karl van Klaveren), Verbond en dialoog. Joodse lezing van de Tora. Genesis, boek van het begin (2020); Exodus, boek van de bevrijding (2019), Leviticus, boek van het heilige (2020), uitgeverij Skandalon.
ISBN 978-94-92183-91-0; 978-94-92183-92-7;978-94-92183-93-4.