In het Woord vooraf in dit boek geeft de auteur, Anne-May Wachters-van der Grinten, aan dat tijdens haar opleiding opleiding godsdienstwetenschappen in de jaren 90 van de vorige eeuw het onderwerp ‘de theologie na Auschwitz’ nooit echt aan de orde gekomen was. Ze is zich er zelf in gaan verdiepen en ging er lezingen over geven, hetgeen geresulteerd heeft in dit boek.
Het boek is een aanwinst voor een ieder die geïnteresseerd is in de bronnen van het anti-joodse denken en handelen in de westerse geschiedenis en in het bijzonder in het christendom. De auteur geeft aan dat de term antisemitisme pas in de negentiende eeuw is ontstaan door de ontwikkeling van de taalwetenschap en in relatie daarmee van nieuwe rassentheorieën. Voor die tijd was er meer sprake van begrippen als anti-joods en anti-judaïsme en deze begrippen gebruikt zij dan ook in haar boek tot aan de negentiende eeuw.
De auteur beschrijft hoe anti-joodse sentimenten al bij Griekse en Egyptische schrijvers vanaf de derde eeuw voor Christus aanwezig waren. Vooral vanuit de positie van maatschappelijk dominante meerderheid ten aanzien van een minderheid die zich kenmerkte door eigen gewoonten en gebruiken en daardoor in een zekere afgescheidenheid leefde. Pas vanaf de eerste eeuw na Christus, met de opkomst en verspreiding van het christendom worden anti-joodse en anti-judaïstische bezwaren sterker, waarbij geloofselementen belangrijker worden. De auteur betoogt dat met name de teksten van het Nieuwe Testament hier een belangrijke rol gespeeld hebben. De schrijvers van de evangeliën schreven hun eigen visie op het leven van Jezus en zetten zich af tegen de Joden. Met de keuze van keizer Constantijn om de christelijke godsdienst tot een legitieme godsdienst te maken werd een keerpunt bereikt in de verhouding Joden en christenen. Ook de anti-joodse houding van Paulus in het boek Handelingen evenals latere interpretaties van de evangeliën vormen de bronnen van het christelijke anti-judaïsme, aldus de auteur.
In zes hoofdstukken komen de geschiedenis van het Jodendom en het Christendom en de onderlinge relaties aan de orde, vanaf de Babylonische ballingschap tot aan de Sjoa. De conclusie van de auteur is in ieder geval dat er na 2000 jaar anti-judaïsme nog een lange weg te gaan is. Het is een rustig geschreven en overzichtelijk boek geworden met veel informatie en feitelijke kennis. Daardoor is het vooral een geschiedkundig boek geworden.
In de beschrijving van de situatie in Nederland na de Tweede Wereldoorlog wordt geen aandacht besteed aan de grote betekenis van theologen als Friedrich-Wilhelm Marquardt, Miskotte, Den Heyer en Joodse geleerden als Pinchas Lapide, David Flusser, voor de ontwikkeling van het naoorlogse theologische denken en de bewustwording van de anti-judaïstische elementen in de theologie. Dat is jammer en het geeft te denken. Waar zijn in onze tijd de theologen die voorbouwen op de inzichten van bovengenoemde geleerden en zich nu bezighouden met de relatie Jodendom-Christendom?
Tea G. Rienksma
Ann-May Wachters-van der Grinten, De erfenis van Pilatus. Van anti-judaïsme naar antisemitisme, Uitg. Van Warven, Kampen, 2021.
ISBN: 978 94 93175 50 1